menu
 winkelmandje 

Voorbij de grenzen van de natuurwetenschap

Rudolf Steiner

”We hebben behoefte aan ideeën, die wanneer ze verwezenlijkt worden, sociale omstandigheden creëren die aan mensen van alle rangen en standen een bestaan kunnen bieden dat hun menswaardig voorkomt.” Dat is een onverwacht en pakkend begin van Voorbij de grenzen van de natuurwetenschap, van Rudolf Steiner.

De huidige manier van denken levert kennelijk niet de ideeën die dit menswaardig bestaan kunnen creëren. Op velerlei gebied komen we dat tekort aan menswaardigheid tegen. Daarvoor hoeven we niet naar 'ontwikkelingslanden' maar kunnen we ook dicht bij huis blijven. Het terugdringen van het begrotingstekort door ingrijpende bezuinigingsmaatregelen waardoor grote groepen mensen financieel in de klem komen is een voorbeeld waaruit blijkt dat binnen de huidige denkkaders blijkbaar geen andere oplossingen bedacht kunnen worden. Ook de ene na de andere crisis in de intensieve veehouderij toont ons die beperkte blik. Om onze concurrentiepositie te blijven behouden kunnen we kennelijk niet anders dan doorgaan op de oude voet. Hooguit in een iets afgezwakte vorm, voor zolang het duurt. Wat te denken van het onbetaalbaar worden van de zorg? Hoe zit het met die mensen die ziek worden van de bijverschijnselen van de medicijnen, die ziek zijn van verkeerde behandelingen? Waarom worden medicijnen en behandelmethoden die volgens patiënten goed werken van de markt geweerd? Wat te denken van de verontrustende aantallen jongeren die zonder diploma de school verlaten en vervolgens moeilijk aan het werk kunnen komen? Jonge mensen, veelal met diep van binnen de nodige idealen, die we kennelijk niet meer weten aan te spreken.

Dan zijn er nog die merkwaardige tegenstrijdige berichten waardoor het onmogelijk lijkt om nog zicht te houden op wat er nu werkelijk gaande is. Zo vallen er steeds meer ontslagen terwijl er toenemende druk wordt uitgeoefend om iedereen maar aan de betaalde arbeid te krijgen. Als er meer besteed moet worden, waarom moeten dan de lonen zo sterk gematigd worden?

Een alleenstaande met kleine kinderen moet aan het werk. Alsof het grootbrengen van kinderen, letterlijk onze toekomst, ook in financiële zin, geen belangrijk werk is. Een bijstanduitkering mag eigenlijk niet meer terwijl de kosten van kinderdagopvang op jaarbasis en voor vijf dagen in de week aanmerkelijk hoger uitkomen.

Gentechvoedsel is wel en niet schadelijk voor de gezondheid. Dat meer dan 70% van de bevolking het gewoon niet wil, lijkt geen gewicht in de schaal te leggen. Je vraagt je af hoe het komt dat we dergelijke dingen kennelijk normaal vinden. Er gaat bijna niemand meer voor de straat op. Is ons denken nog wel zo goed als we zelf denken?

In deze voordrachtenreeks zet Steiner zeer helder uiteen hoe één bepaalde manier van denken in de afgelopen eeuwen dominant is geworden. Een manier van denken die binnen een bepaald gebied vruchtbaar is, maar daarbuiten niet. Onze voorstellingen en ideeën komen voort uit deze natuurwetenschappelijke zienswijze. Een zienswijze die is ontwikkeld om natuurfenomenen op doorzichtige wijze te onderzoeken, te beschrijven, te ordenen en te begrijpen.

Onderwerp van een dergelijke onderzoeksmethode kan echter alleen de levenloze natuur zijn. Alleen wat meetbaar, weegbaar en zichtbaar is wordt als werkelijkheid aangemerkt. Al het andere dat we waarnemen heet subjectief en is dus niet helemaal echt of is slechts suggestie. Het 'zit tussen de oren', een vreemde uitdrukking want daar zitten nu juist de hersenen, het orgaan waarmee we de bedoelde waarnemingen als suggestie afdoen.

Zodra we met de levende werkelijkheid te maken krijgen, stuiten we direct op de grenzen van deze onderzoeksmethode. Want de natuurwetenschappelijke denkwijze komt aan de ene grens wanneer zij de materie wil begrijpen, aan de andere grens wanneer zij het bewustzijn wil begrijpen.

De materie kunnen we onderzoeken met behulp van onze zintuigen. Op basis van onze zintuiglijke waarnemingen kunnen we begrippen ontwikkelen. Als we niet verder gaan dan het onderzoeken van de fenomenen zoals ze zich in de zintuiglijke waarnemingen aan ons voordoen, dan beoefenen we fenomenologie, zoals Goethe deed. Maar veel vaker hebben we de neiging om als het ware in gedachten door te 'rollen' waardoor we wegraken van de realiteit en terechtkomen in een bedachte wereld die we voor waar aannemen maar tegelijkertijd betwijfelen en door nieuwe hypotheses ter discussie stellen.

De grens van de zintuiglijke wereld overschrijdend, construeren we bijvoorbeeld een wereld van atomen en moleculen: een bedachte wereld. De geschiedenis toont hoe vaak dergelijke gedachtenbouwwerken later herzien moesten worden.

Door echter aan de grens van onze waarnemingen te blijven staan, onze doorrollende gedachten terug te houden en werkelijk onbevangen te blijven, niets meer denkend toe te voegen maar stil te blijven staan, brengt ons mogelijk de ervaring dat zich een beweging vanaf de andere kant voordoet. De materie zelf gaat deelnemen aan de ontmoeting en maakt zich aan ons kenbaar op een manier die we niet kunnen bedenken. Hier betreden we het gebied van het geïnspireerde bewustzijn en komen, volgens Steiner, in een geestelijke realiteit.

Aan de andere kant staat het onderzoeken en leren kennen van het bewustzijn. Hier kunnen we een vergelijkbare ervaring opdoen, namelijk de ervaring dat we zintuigen hebben die zich niet richten op de uiterlijke maar op de innerlijke waarneming. We kunnen ervaren dat zich in ons innerlijk processen afspelen die parallel verlopen aan de indrukken van de buitenwereld. Door deze zelfreflectie kunnen we terechtkomen in een zuiverder vorm van denken. Begrippen en ideeën veranderen in beelden, we komen terecht in een imaginatief bewustzijn, in het gebied van morele krachten en we kunnen beleven dat deze krachten binnenstromen in het gewone zintuiglijke denken.

Naar twee kanten toe bestaat dus de mogelijkheid ons 'dagelijkse bewustzijn' uit te breiden en daarbij de werkelijkheid beter te omvatten. Een dergelijke uitbreiding nu, waarbij we in feite in een geestelijke realiteit terechtkomen, biedt ons de kans om nieuwe bronnen aan te boren.

Werken aan echte oplossingen voor de huidige sociale problemen in de zin van het ontwikkelen van een meer menselijke samenleving, kan alleen gebeuren vanuit dit verruimde bewustzijn. Het bewust binnentreden van de geestelijke wereld door het naar twee kanten toe overschrijden van de grens van ons huidige natuurwetenschappelijke denken is nodig om te ontkomen aan de eenzijdige uitwerking van ons huidige beperkte denken.

De bijzonder destructieve werking daarvan is op velerlei gebieden duidelijk waarneembaar. Het huidige denken dient al te snel het egoïsme en alle intellectuele slimheid baart op groteske wijze leugens die vaak moeilijk te doorzien zijn. Enerzijds vanwege de enorme complexiteit van de problematiek en anderzijds door de geraffineerde, eenzijdige informatievoorziening die met behulp van de media grootschalig verbreid wordt.

Soms valt in dit verband de term complottheorie. Zelf ben ik de mening toegedaan dat het geheel te complex is voor een bewust menselijk complot. We zijn medespelers in een veel groter gebeuren, we worden in toenemende mate geconfronteerd met de werking van het kwaad en dat is een noodzakelijk gegeven. Het is de keerzijde van het in eigendom krijgen van individuele vrijheid. De aangegeven bewustzijnsgrenzen hebben we reeds overschreden, alleen veelal onbewust. De gevolgen van dit onbewuste overschrijden schetst Steiner in deze voordrachten ook. Het zijn enerzijds de voortdurende twijfel over onze 'bedachte wereld', anderzijds de angst.

Deze voordrachten van Steiner staan ook nu nog midden in de realiteit en tonen de weg naar een volgende ontwikkelingsstap. Een fascinerend boek dat uitnodigt om aan het werk te gaan.

Ignace van der Meijden in ABC Antroposofie nr. 8

(GA 322)

Voorbij de grenzen van de natuurwetenschap

Rudolf Steiner · alles van deze auteur 

€ 24.50

ISBN 9789060385401