het laatste nieuws, klik hier...

Interview met Danielle van Dijk

Wie is Danielle van Dijk en wat bracht jou ertoe om dit boek te schrijven?

Wie ik ben? Dat is geen eenvoudige vraag. Ik kan wel zeggen wat me drijft en hoe ik ertoe gekomen ben een boek over Christus en het Christusbewustzijn te schrijven. Ook kan ik vertellen dat ik Nederlands gestudeerd heb, al 33 jaar met plezier op de Vrije School in Zeist werk (middelbare school) en een gezin met 5 kinderen heb; dat de antroposofie me enorm inspireert en dat ik met beide benen in de tijd sta. Ik lees al meer dan 40 jaar esoterie en heb geheel op eigen kracht een studie gemaakt van de Gnosis, de Nag Hammadi-geschriften, Judas Iskariot en Maria Magdalena.

Eigenlijk ben ik mijn hele leven al met de grote zinvragen bezig: waar komen we vandaan en wat gebeurt er na de dood?

Wat is de zin van het bestaan en: is er een hogere macht? Als kind al keek ik naar de sterren en dacht: 'Hoe kan dat nu, dat ik hier rondloop en dat daar al die sterren zijn. Zou daar ook niet een vorm van leven zijn?' Op de lagere school kwam het vraagstuk of God bestond in mijn leven. Ik ben niet kerkelijk opgevoed -mijn moeder was antroposoof en mijn vader humanist- en dat maakte dat er vrij over spirituele zaken gepraat kon worden. Onder het aardappels schillen zeurde ik mijn moeder aan haar hoofd over vragen rond reïncarnatie en overbevolking; dat leek me strijdig. Of zij even kon uitleggen hoe Steiner dat dacht te verklaren.

Ik was erg kritisch en las al op mijn 13e jaar Theosofie van Rudolf Steiner. Ik zat toen in Hilversum - waar ik in 1953 geboren ben - in een voorbereidingsgroep voor de jeugdwijding bij de Christengemeenschap o.l.v. Siegwart Knijpenga. Daar heb ik veel geleerd over religie en de sacramenten van de Christengemeenschap. In die jaren werd mijn interesse gewekt voor de figuur van Christus en eigenlijk heeft deze interesse zich steeds verder verdiept. Christus als Logos, als hoogste schepper in het heelal, is diep met mijn leven verbonden. Ook Jezus van Nazareth had en heeft mijn grote interesse: Wie is en 'was' deze bijzondere mens?

Het voert te ver hier alles over mijn levenswandel te vertellen. Laat ik me ertoe beperken te zeggen dat toen Jaap Verheij van uitgeverij Christofoor mij vroeg een boek over Jezus en Christus te schrijven vanuit de antroposofie, ik direct 'ja' zei. Pas toen ik weer buiten stond vroeg ik me af waar ik eigenlijk 'ja' op gezegd had. Hoe dacht ik het schrijven van zo'n bijzonder boek te kunnen combineren met 5 kinderen en een drukke baan? Vanaf die dag begon een nieuw avontuur in mijn leven.

Er is nu, na een jaar, een tweede druk, er zijn regelmatig vragen om lezingen te houden en ik geef meerdere meditatiewerkplaatsen over het Christusbewustzijn. Het is kennelijk aan de tijd om een nieuw, spiritueel en liefdevol bewustzijn te ontwikkelen. Ik noem dat het Christusbewustzijn. Dit alles heeft mijn leven verrijkt en verdiept. Ik ben dankbaar dat Jaap me deze vraag heeft gesteld. Zo kan ik op mijn manier een bijdrage leveren aan een betere wereld.

Ik begrijp dat je boek in die zin een bijdrage aan een betere wereld is. Kun je aangeven wat het Christusbewustzijn daarin betekent?

Je vraagt wat het Christusbewustzijn te maken heeft met de oproep in mijn boek voor een betere wereld? Alles eigenlijk! Ik zal het proberen uit te leggen.

‘Het Christusbewustzijn, een moderne inwijdingsweg’ is een oproep aan de wereld om een hoger en liefdevoller bewustzijn te ontwikkelen. Dat hogere bewustzijn noem ik ‘het Christusbewustzijn’, omdat dat het hoogste bewustzijn is dat ooit op aarde ontwikkeld is, namelijk toen Jezus van Nazareth het kosmische Christuswezen in zich opnam bij de Doop in de Jordaan. Alle daden van Jezus Christus na de Doop zijn van een alomvattende en belangeloze liefde doordrongen; melaatsen, zieken of woekeraars, hij hielp iedereen. Je kunt ook zeggen: Jezus had het Christusbewustzijn volledig in zichzelf ontwikkeld.

Dit voert allemaal wat ver voor dit interview, maar het Christusbewustzijn is het bewustzijn voor de toekomst: naar dit bewustzijn kunnen we toegroeien: daarvoor moeten we echter hard werken aan ons innerlijk en onze ziel ‘scholen in liefde’! Dat vereist moed en zelfkennis. In mijn boek staan oefeningen hiervoor.

Het ‘oude’, op het ego gerichte bewustzijn voldoet niet meer om tot zelfrealisatie te komen, de problemen in de wereld op te lossen of onze kinderen goed op te voeden.

Ik wil hier nog een keer benadrukken, John, dat ik met Christus het universele, kosmische Christuswezen bedoel, dat de ‘Logos’ ( Het Woord ) genoemd wordt. Deze Christus is voor iedereen naar de aarde gekomen en niet alleen voor wie in hem gelooft.

Je betrekt in je boek ook, zoals je al aanduidde, de oude teksten die in de loop van de 20e eeuw zijn opgegraven, zoals de Nag Hammadi geschriften. Dat zijn in de meeste gevallen teksten die ten tijde van Rudolf Steiner nog niet bekend waren. Hoe verhouden die teksten zich tot wat Rudolf Steiner over deze dingen vertelde?

Dat is een intrigerende vraag. In de Dode Zeerollen die in 1947 in Qumran gevonden zijn, staat bijvoorbeeld dat er een dubbele Messiasverwachting was: een Messias als hogepriester uit het huis van Levi en een Messias als koning uit het huis van Juda. Steiner zegt vrijwel als enige dat er twee Jezuskinderen waren: een koningskind uit het huis van koning David en een kind uit de priesterlinie van het huis van koning David. Dat is toch opmerkelijk. Steiner kon dat beslist nergens gelezen hebben.

In de Nag Hammadi geschriften, gevonden in 1945 in Noord-Egypte staan veel verwijzingen naar een hele hoge Christus, de Logos. Hij is pas bij de Doop in de Jordaan op aarde gekomen. Dat zegt Steiner ook. Nu was dit ook bekend bij het orthodox Griekse en Russische christendom, maar hier in het westen was dat niet erg bekend in de tijd van Steiner. Steiner is daar heel stellig over: er was de mens Jezus en de Goddelijke Christus.

Als derde wil ik nog noemen dat Steiner spreekt over het opstandingslichaam als een onzichtbaar fysiek lichaam met fysieke eigenschappen. In het evangelie volgens Filippus staat het volgende: ‘De Heer stond op uit de dood.(…)Hij bezat een lichaam van vlees. Terwijl ons vlees niet het ware is. Doch slechts een afspiegeling van het ware.’
Nu dat is toch frappant!

Ik ga hier nu niet verder op in. In mijn boek kun je er meer over lezen. Jammer is wel, vind ik, dat Steiner zo weinig gezegd heeft over Maria Magdalena, terwijl zij zo’n belangrijke figuur is in de Nag Hammadi geschriften. Dat puzzelt me en daar zal ik zeker in mijn volgende boek dat over Maria Magdalena gaat, aandacht aan besteden. Misschien had Steiner een reden om niet veel over haar te vermelden?

Er valt nog een heleboel over je boek te bespreken want het thema is groots. Daarvoor ontbreekt hier de plaats en bovendien… willen we de lezer ook graag een beetje nieuwsgierig maken.
Nog één vraag van een heel andere orde: in het boek zijn prachtige illustraties in kleur opgenomen, onder meer van Giotto en Fra Angelico. Waarom is dat gebeurd en hoe zijn deze illustraties, die vooral de gebeurtenissen uit het Nieuwe Testament verbeelden, uitgekozen?

Ja, prachtig he, die illustraties.

Ik heb ze allemaal zelf uitgezocht omdat ik die zo mooi vind. Eerst had ik er nog veel meer, maar dat werd te kostbaar en omdat ik de prijs laag wilde houden, zijn het er 20 geworden. Ik heb ook veel zwart-wit platen bijgevoegd. Het idee erachter is, dat je een onderwerp als dit niet alleen met je verstand moet benaderen, maar ook met je gevoel. Platen en kleuren helpen daarbij. Er staan ook teksten, spreuken en gedichten in met eenzelfde doel.

Waarom bijvoorbeeld Fra Angelico?

Nu, dat is een mooi verhaal. Hij wist enorm veel van de esoterie en hij heeft veel symbolen gebruikt die de officiële kerk niet kende. Kijk bijvoorbeeld bij de fresco van Noli me tangere; daar staan plotseling drie kruisjes tussen de bloemen. Dat duidt op de innige band tussen Christus Jezus en Maria Magdalena. Rudolf Steiner noemt de Jezus die de Christus draagt de Christus Jezus om die te onderscheiden van de Jezus van voor de Doop in de Jordaan; die noemt hij gewoon Jezus, omdat dat een mens was.

Het voert wat ver, maar ik heb met alle platen iets bijzonders. De fresco van Fra Angelico is op de foto gezet door mijn zoon, toen we in Florence waren en de Opstanding van het Isenheimer Altar in Colmar boeit me al vanaf mijn reis naar de Elzas met mijn eerste twaalfde klas.

Tja, we kunnen hier een apart interview over houden, maar dat gaat te lang duren. Zullen we het hierbij laten?

Ik vond het erg leuk met je gepraat te hebben. Dank je wel!